Home > Alferink > Dominque van der Heijde is (fel) tegen de weigerambtenaar. ‘De overheid mag niet discrimineren.’
Alferinkinterview

Dominque van der Heijde is (fel) tegen de weigerambtenaar. ‘De overheid mag niet discrimineren.’

We kennen haar al jaren als hét gezicht van politiek Den Haag. Dominique van der Heyde zit bovenop het nieuws. Hoe beleefde zij het krankzinnige politieke jaar 2012? En wat vindt zij van de homoseksuele thema’s waarover zoveel politieke discussie is gevoerd? ‘De uitspraken van de Paus vond ik misdadig.’

Dominique van der Heyde (1964) is parlementair verslaggeefster voor de NOS. Ze doet vanuit Den Haag verslag van het belangrijkste politieke nieuws en de achtergronden daarvan. Het nieuws ‘duiden’, heet dat in vakjargon. Ze spreekt helder, praat met haar handen, is altijd to the point. En ze is lesbisch. ‘Tsja, ik ben met een vrouw’, antwoordt Dominique op de vraag hoe ze zichzelf identificeert. ‘Maar verder speelt mijn lesbische identiteit niet zo’n grote rol in mijn leven.’

Zeven jaar is ze inmiddels getrouwd met Annet de Jong (1970, journalist en schrijfster). Het koppel heeft de aankondiging van het huwelijk destijds bewust via de media naar buiten gebracht. ‘Ik schreeuw niet van de daken dat ik lesbisch ben, maar ik maak er zeker geen geheim van. Ik vind het juist belangrijk om te laten zien hoe ‘normaal’ mijn leven er als lesbische vrouw uitziet. Ik denk dat dat helpt bij een positieve beeldvorming.’

‘Twee vrouwen in één bed?’

Van der Heyde wil daarin een voorvechtster zijn.‘Ik ben niet het type dat de confrontatie zoekt door in Noord-Afrika hand in hand te gaan lopen of zo – ik heb helemaal geen zin om naar dat soort landen toe te gaan. Maar ik vind het enorm belangrijk om uit te dragen dat mensen kunnen zijn wie ze zijn.’

Zelf komt ze uit een liberaal nest waar ze nooit enige negatieve reactie op haar homoseksualiteit ervoer. Dominique: ‘Ik kwam er eigenlijk pas achter dat er mensen bestonden die er moeite mee hadden toen ik twintig werd en vriendinnen kreeg die er problemen mee hadden of van wie de ouders er problemen mee hadden. ‘Jeetje,’ dacht ik, ‘dat bestaat dus ook.’ Tegenwoordig vind ik het vooral lastig als ik met Annet naar het buitenland ga en de receptioniste van het hotel vraagt of je echt wel samen in één bed wilt slapen of dat je toch niet liever twee aparte bedden wilt.’

De hectiek van parlementair Den Haag

Dominique van der Heyde heeft een krankzinnig politiek jaar achter de rug. Het kabinet viel in april 2012, de verkiezingen volgden in september en in november presenteerde de nieuwe regering zich op het bordes van paleis Noordeinde. ‘Voor journalisten was het smullen afgelopen jaar’, zegt de NOS-verslaggever met een grote grijns op haar gezicht. ‘Het ene moment vergadert het kabinet opgewekt over de bezuinigingsplannen, het volgende moment stort alles in en sta je ineens live uitzendingen te maken over het vallen van de regering en het uitschrijven van nieuwe verkiezingen.’

‘Die dynamiek, dat vind ik heerlijk, dat is waar je het als journalist voor doet.’ Toch zijn het hectische dagen voor een parlementair verslaggever wanneer een kabinet valt of verkiezingen in aantocht zijn. Toen het Catshuisoverleg klapte, was ze elf uur lang achter elkaar op de zender. Maar die hectiek hoort erbij, vindt Dominique. ‘Hoewel die onvoorspelbaarheid ook wel eens vervelend is. Heb je net een dagje vrij, treedt GroenLinks-lijsttrekker Jolande Sap af.

Toen PvdA-leider Wouter Bos aftrad en Job Cohen als nieuwe fractievoorzitter werd gepresenteerd, was ik net op vakantie. Dat is niet altijd leuk, ook niet voor Annet. Gelukkig heeft zij ook in Den Haag gewerkt, op de parlementaire redactie van De Telegraaf. Ze weet hoe het is.’

Haagse scoop

Ondanks de soms lange dagen in Den Haag, heeft de presentator in de hofstad geen piedà-terre waar ze na een hectische dag de nacht kan overblijven. Elke avond komt ze terug naar Amsterdam, waar ze samen met Annet woont. Elf jaar werkt ze inmiddels op het Haagse binnenhof, maar de politiek blijft haar verbazen. ‘De oproer over de zorgpremie eind 2012 bijvoorbeeld. Dat Rutte dat niet had zien aankomen, vind ik zeer opmerkelijk. Maar dat er zo veel misgaat in politiek Den Haag vind ik juist het leuke aan de politiek.

‘De afgelopen jaren heb ik daar erg ‘geluk’ mee gehad: het zijn enorm spannende jaren, sinds de dramatische dood van Pim Fortuyn in 2002. Een mooi voorbeeld daarvan is het boven water krijgen van ‘de Brief van Klink’ (de brief waarin CDA-onderhandelaar Ab Klink aan de CDA-top uiteenzette waarom verder onderhandelen metde PVV volgens hem géén goede zet zou zijn, red.). Toen we die brief in handen kregen, heb ik wel een vreugdesprongetje gemaakt ja, natuurlijk! Het was een grote klapper voor de hele redactie.’

‘Het bijzondere is: je krijg iets boven tafel dat verborgen had moeten blijven. Mijn journalistieke hart wordt daar heel blij van. Maar er kleeft ook een ideëel aspect aan: ik vind oprecht dat mensen op zo’n moment gewoon moeten weten wat er speelt. Dat is waar journalistiek voor mij uiteindelijk om gaat. Verhalen vertellen, uitleggen, en soms zelf iets blootleggen.’

Zenuwen voor het slotdebat

Ondanks de honderden camera-uren die Dominique van der Heyde in de afgelopen elf jaar heeft gedraaid, is ze niet altijd vrij van zenuwen. ‘Ik denk heel vaak: nu gaat onze kop eraf. Zoals bij de film die we over Maxima hebben gemaakt. ‘Hoe ga ik dat in godsnaam doen, wat gaan mensen ervan vinden?’ vraag ik me dan af. Of zo’n slotdebat aan de vooravond van de verkiezingen. Dat zijn echt verschrikkelijke dingen om te doen. Je weet wat er op het spel staat, het is de avond voor de verkiezingen.’

Lachend: ‘Als ik dan een black out zou krijgen en van mijn stokje zou gaan, tsja dan hebben we toch een probleem!’ Ook blijven sommige onderwerpen ingewikkeld. Zoals hoe het zit met de financiële gevolgen van economische ontwikkelingen. Dominique: ‘Dan bel ik vaak een financieel woordvoerder, bijvoorbeeld Wouter Koolmees van D66. Staan we daar op zijn balkonnetje financiële issues door te nemen: hij een sigaretje rokend, ik te koukleumen. Maar dan ben ik wel weer bijgepraat.’

Boos op de Paus

Dominique van der Heyde is principieel wanneer het gaat om de journalistieke en dus haar eigen objectiviteit. Tegelijkertijd heeft ze een sterke eigen mening waar het gaat om gelijke rechten voor homo’s. Als de uitspraken van de Paus onderwerp van gesprek worden, wordt haar toon fel en worden haar antwoorden uitgesprokener. Paus Benedictus sprak zich in december vorig jaar in een kersttoespraak uit vóór het traditionele gezin. Impliciet veroordeelde hij, niet voor het eerst, de (huwelijkse) liefde tussen twee vrouwen of twee mannen. De uitspraken leidden tot een storm aan verontwaardigde reacties, waaronder die van Dominique.

‘Het gemak waarmee zo’n Paus dat toch allemaal maar zegt, terwijl er toch echt grotere problemen bestaan in de wereld, ik kan daar zo boos om worden. Ik vind zoiets echt misdadig. En het zet me aan het denken. Kijk, in West-Europa zijn we best weerbaar, ook als lesbiennes. Maar er zijn landen in de wereld waar zich misschien net een ontluikende acceptatie voor homo’s ontwikkelt, en dat roept zo’n Paus dan in één keer een halt toe. Dat is natuurlijk precies zijn doel; om mensen in opkomende landen op een bepaalde manier ‘achterlijk’ te houden.

Ik denk dat we heel erg op onze hoede moeten zijn. Ook in Nederland ja. Ik ben altijd bang dat het laagje maar heel dun is. Dat we zo weer kunnen terugschieten in minder tolerante denkbeelden. Als fanatieke gelovigen meer invloed krijgen bijvoorbeeld, of andere mensen die er een gek wereldbeeld op na houden.’

Tegen de weigerambtenaar

‘Ik heb altijd gezegd: als journalist ben ik neutraal en dus laat ik me niet over politieke onderwerpen uit. Ik maak één uitzondering: ik spreek me uit tegen de weigerambtenaar (een ambtenaar van de burgerlijke stand die morele bezwaren heeft tegen het trouwen van partners van hetzelfde geslacht, red.). Dat gaat me aan het hart. Kijk, als mensen elkaar onderling discrimineren, kun je daar als overheid niet altijd tussenspringen. Maar dat een ambtenaar in dienst van de overheid willens en wetens mag zeggen: ‘Ik voer die wet niet uit voor u’, dat kán niet.’ De overheid mag niet discrimineren. Met verheven stem: ‘dat is principieel zó onjuist’.’

Dominique krijgt ook kritiek op haar inmenging in deze discussie door mensen uit strenggereformeerde hoek, die vinden dat haar neutraliteit als NOS-verslaggever in het geding is. Toch wil ze de discussie over dit thema blijven voeren. ‘Dit gaat over míj! Ik wil gewoon niet bij het gemeenteloket komen en dan horen: ‘Ach, u wilt trouwen? Geen probleem hoor, maar dan haal ik even mijn collega,’ of: ‘Ah, u bent moslim? Sorry, ik doe geen moslims.’ Dat kán niet.

Ik hoorde van een jongen wiens zus als gereformeerde hetero per se getrouwd wilde worden door iemand die ‘schone handen’ heeft: door een weigerambtenaar dus. Dat gaat toch ver? Daar word ik echt een beetje misselijk van.’

De overheid mag niet discrimineren

‘Ik vind het ook heel slecht dat er scholen zijn die leraren mogen wegsturen als ze uit de kast komen. Wat voor idee geef je dan aan kinderen en aan pubers die misschien zelf worstelen met opkomende homoseksualiteit? Ik vind het schandelijk. Het gaat om het onderscheid dat door de overheid wordt gemaakt. Wat mensen in kerken allemaal doen en vinden moeten ze zelf weten, maar de overheid mag niet discrimineren. De overheid doet alles namelijk uit naam van ons allemaal.’

Volgens de journaliste zou juist de overheid een grotere rol moeten spelen in het tegengaan van discriminatie en moeten voorkomen dat jonge opgroeiende adolescenten in de knoop komen terwijl dat niet nodig is. Hoe? ‘Door niet over-tolerant te zijn tegenover discriminerende organisaties en groepen. Blijf duidelijk tegen streng-christelijke groeperingen of tegen imams: je gaat niet hier lopen prediken dat homoseksualiteit foute boel is of dat je homo’s in elkaar moet rammen. En als er iets gebeurt wat niet door de beugel kan, teken dan als overheid ook protest aan! In het geval van de Pauselijke uitspraken is dat gelukkig ook gebeurd’ (Minister van buitenlandse zaken Frans Timmermans veroordeelde de uitspraken in sterke bewoordingen, red.).

Hoe ziet de ideale samenleving van Dominique van der Heyde er dan uit? ‘Ideale samenleving?’ Lachend: ‘Goh, wat stel jij grote vragen zeg!’ Een lange stilte volgt. Dan zegt ze: ‘Wat volgens mij toch echt het belangrijkste is, is dat mensen kunnen zijn wie ze ook echt zijn.’ Nieuwe stilte. ‘Zo simpel is het toch in feite?’