Souldiva Betty Wright 50 jaar in het vak
Betty Wright is terug. Het 59-jarige soulicoon bracht eind 2011 in samenwerking met The Roots haar eerste album in tien jaar uit en toert sindsdien net als in de seventies en eighties door Europa en thuisland VS.Een gesprek met de Miami Queen of Soul over inspiratie, zelfbewustzijn en blackism.
Uitzinnig is het publiek als Betty Wright met een zinderend optreden in een veel te kleine zaal haar debuut op Nederlandse bodem maakt tijdens het North Sea Jazz Festival 2012. De ‘Congo-tent’ is bloedheet en barst bijna uit haar voegen. De zaal is volgepakt met trouwe fans, die haar nog kennen van klassieke soulhits als ‘Tonigh is the night’ en ‘No pain no gain’ en met jonge geïnteresseerden, nieuwsgierig geworden door Wright’s laatste album. Op Betty Wright: The Movie combineert ze samen met The Roots de traditionele southern soulsound met ‘hippe’ stukjes rap en hiphop. In de Congo luisteren heren met lichtgrijze afrokapsels en jonge blondines met eenzelfde enthousiasme naar die gouden verschijning die zich met de energie van een twintiger over het podium beweegt. ‘I love that this country is so colourblind’, zou ze later zeggen.
Betty Wright: ze is zangeres, producer, liedjesschrijver en mentor van een nieuwe generatie soulartiesten. Als jong meisje zong ze in het voorprogramma van Bob Marley en was Stevie Wonder een van haar componisten. Ze werkte met James Brown, Bruce Springsteen en Tom Jones, onder vele anderen. Ze won een Grammy en scoorde meerdere internationale hits, maar zo groot als Aretha Franklin werd ze niet. Wel timmert ze de laatste jaren hard aan de weg als succesvol componist en producer voor andere artiesten. Ze werkte met Erykah Badu, Jennifer Lopez, KC & The Sunshine Band en deed de koorarrangementen voor Michael Jackson. In de jaren 2000 ontdekte en begeleidde ze Joss Stone op weg naar internationale roem.
Toch is muzikaal talent niet de enige verklaring voor het feit dat Wright 40 jaar na haar eerste hit nog altijd vele zalen plat speelt. Bessie Regina Norris, zoals ze eigenlijk heet, biedt haar fans meer dan dat. Op het podium heeft ze soms meer weg van een priester dan van een zangeres. Ze vertelt het publiek verhalen, probeert het te inspireren, aan het denken te zetten. Hier manifesteren zich haar gospelroots: het kost niet veel verbeeldingskracht om je het jonge meisje voor te stellen dat samen met haar zusjes furore maakte in de gospelkerk van haar zeer gelovige moeder.
Motiveren en inspireren
‘Ik noem mijzelf een ‘doorgeefluik’, antwoordt Betty Wright op de vraag hoe zij zichzelf als performer zou willen omschrijven. ‘Ik wil de inspiratie die ik zelf heb mogen ontvangen, doorgeven aan anderen.’ Ze vertelt verder: ‘Mensen zeggen wel eens tegen me: ‘jij zou een goede motivatiespreker zijn’. Maar als je iemand motiveert, dan is dat maar voor even. Als je mensen weet te inspireren, dan is dat voor altijd. Muziek leent zich daar perfect voor: het gaat om de combinatie tussen woorden en melodie.’ Lachend: ‘De one-two-punch! Omgekeerd inspireert muziek mij ook om een beter mens te worden, om een betere versie van mezelf te zijn.’
Ik ontmoet Betty Wright na een van haar optredens in Paradiso afgelopen februari. Opnieuw een enthousiast publiek, zij het iets minder uitgelaten dan tijdens het optreden op North Sea Jazz. Ik vraag haar waar die inspiratie vandaan komt. ‘Ik haal veel uit mijn eigen jeugd, mijn moeder en mijn oma zijn mijn grootste inspiratiebronnen’, vertelt de zangeres. Ze groeide op in een familie die zeer close was met elkaar en die veel gezamenlijk optrok. Wright: ‘We maakten samen muziek, praatten urenlang en gingen met z’n allen naar de kerk. Het ‘pré-tv-tijdperk’ noem ik dat. Verschrikkelijk vind ik het dat tegenwoordig veel families hun kinderen droppen bij videoarchades (grote speelhallen waar je videogames kunt spelen, SA) en hen daar uren laten zitten.
Het is zó belangrijk dat kinderen leren om echt contact met elkaar te maken: praten met je ouders en broertjes en zusjes. Als je dat niet doet, mis je een belangrijk deel van het leven. Mijn eigen kinderen en kleinkinderen zijn ook opgegroeid ten tijde van de digitale revolutie. Maar ik zie gelukkig dat ze nog steeds liever tijd met elkaar doorbrengen dan dat ze de hele dag facebooken. Als we zien dat een van de kinderen te veel achter de computer zit, dan grijpen we in. Mijn kleinzoon Tiago hebben we onlangs op een computer time out moeten zetten. Contact maken, dat is het waar het uiteindelijk altijd om gaat. Met jezelf, en met de ander.’
Positie van vrouwen
Welke artiesten hebben haar op artistiek niveau nog meer geïnspireerd? ‘Ik raak geïnspireerd door mensen die het voortouw nemen en die dingen oppakken en doen’, zegt de 59-jarige Wright. ‘Auteurs die schrijven over dingen waarover anderen niet schrijven. Mary Angelou (Amerikaans schrijver/dichter, SA), omdat ze spreekt over dingen waarover niemand anders de moeite neemt te spreken. Melvin Van Peebles (Amerikaans schrijver en acteur, SA) omdat hij schrijft over wat er zich écht afspeelt in de wereld.’ In haar eigen teksten maakt Wright eveneens graag taboes bespreekbaar.
Haar liedjes gaan over zelfvertrouwen, over opkomen voor jezelf, over de ongelijke positie van vrouwen en mannen. ‘Girls, you can’t do what the guys do and still be a lady’ zong ze in haar gelijknamige debuutsingel in 1968. Op Betty Wright: The Movie zingt ze samen met rapper Lil’ Wayne: ‘Just don’t you give up on yourself, you gotta love on you, before anybody else can learn to’ (uit het nummer Grapes on a vine). Maar ze snijdt ook thema’s aan als seksueel misbruik en huiselijk geweld. In het voor een Grammy-genomineerde ‘Go’ (2011) vertelt ze op zeer indringende wijze een verhaal over huiselijk geweld.
Toen ze het nummer vorig jaar in Rotterdam ten gehore bracht, deed ze een stukje papier onder haar lip om te illustreren hoe dik de blauw geslagen lip was van de vriendin voor wie ze het schreef. ‘Zo zag mijn vriendin eruit, en daarom schreef ik dit lied. Sommige mensen vinden het niet prettig om het onbespreekbare bespreekbaar te maken, maar dat me niets uit, want ik ben voor niemand bang.’ Dit is Betty Wright ten voeten uit: verhalenverteller, activist, inspirator.
Blackism
Waar komen die bij wijlen activistische teksten vandaan? ‘Het zit in me, ik ben ermee geboren’, zegt de zangeres op serieuze toon. Dan, lachend: ‘Maar ik weet niet of het ‘activisme’ is, of ‘blackism’.’ Wright groeide op in de roerige jaren vijftig en zestig in het Zuiden van de Verenigde Staten. Het was de tijd van Martin Luther King en Malcom X, die Amerika bij de hand namen in de strijd voor gelijke rechten voor de Afro-Amerikaanse gemeenschap. Een paar jaar na de officiële afschaffing van de rassenscheiding zag Wright voor het eerst het theaterstuk ‘Ain’t supposed to die a natural death’ van Melvin Van Peebles, over het harde leven van veel Afro-Amerikanen in die tijd. Ze vertelt: ‘17 of 18 was ik, en totaal overdonderd. Ik vroeg me af of het inderdaad zo was dat wij (Afro-Americanen, SA) ‘geen natuurlijke dood mogen sterven’ en altijd zullen sterven op straat of eindigen in de gevangenis.’
‘Maar ik realiseer me dat ik die jaren van segregatie ben doorgekomen’, vertelt ze verder. ‘En daarom ben ik zo dankbaar voor wat ik nu allemaal heb. Maar het is wel belangrijk om de geschiedenis te blijven vertellen. We staan op de schouders van giganten, ik probeer mijn kinderen en kleinkinderen te leren over Malcolm X en Martin Luther King. Als je je geschiedenis kent, dan leer je wie je bent. En als je niet weet wie je bent, weet je ook niet wat je kunt worden.’
Don’t try to fool me
Die geschiedenis heeft haar wellicht gemaakt tot wie ze nu is. Een artiest die nooit zomaar liedjes zingt maar er altijd iets mee wil zeggen. Een activist, niet op de zeepkist, maar via de muziek. Iemand die heeft geleerd om voor zichzelf op te komen. Dat straalt ze ook uit op het podium. Daar oogt ze energiek, stoer, sexy. Schouders naar achteren, kin omhoog, de wenkbrauwen gefronst. En altijd met die blik van: ‘Don’t you try to fool me.’ Op North Sea Jazz vertelde ze over een ‘gerucht’ dat over haar de ronde zou doen. Ze richtte zich tot de mannen in de zaal en zei: ‘Kerels, men zegt dat ik een mannenhater ben, dat ik de hele wereld over ga om weerloze mannen een pak slaag te geven. Maar, ladies, listen to this: Ik heb nog nooit iemand een pak slaag gegeven die het niet verdiende!’
Het is spel natuurlijk, maar bij stoere taal alleen blijft het niet. In februari vertelde ze het publiek in Paradiso over de band Color Me Badd. Toen die samples uit haar hit Tonight is the night (1975) ongevraagd gebruikte voor het nummer Im gonna sex you up, nam Wright niet alleen succesvol een advocaat in de arm maar creëerde ze bovendien een nieuwe versie van het nummer. Ze voegde er een rap aan toe, direct gericht aan de rappers in kwestie, met daarin een weinig subtiel statement aan hun aller adres: ‘YOU can’t sing, so I’m gonna sing MY song.’
Voorlopig zingt Betty Wright nog wel even door. Een muzikale planning voor de komende jaren heeft ze niet, maar van stoppen is geen sprake. Schaterlachend: ‘Zoals Usher (Amerikaanse R&B-zanger, SA) het zei: ‘Als jij dood gaat, zullen ze de microfoon uit die kist moeten sleuren!’ Hij zei: ‘You’re gonna keep going until the very end’.’