Skin: ‘Ik wil een anti-rolmodel zijn’
Ze maakte faam in de jaren ’90 met internationale hits als als Hedonism en Brazen. Sindsdien is de lesbische frontvrouw van rockband Skunk Anansie een graag geziene artiest op internationale muziekpodia. Ik sprak met Skin over kwetsbaarheid, het belang van eigen keuzes maken en coming outs: ‘wen eerst zelf aan het idee’.
Skunk Anansie. Rockliefhebber of niet, de band is een begrip. Met hun rock/punk/metalsound veroverden ze in de jaren ’90 de harten van vele Europese muziekliefhebbers. Haar album Stoosh (1996) is een muzikaal monument. Leadzangeres Skin (echte naam: Deborah Anne Dyer), is blikvanger van de band met haar excentrieke persoonlijkheid en reputatie van podiumbeest. Ze is -meestal- kaal, uitgedost in extravagante podiumkostuums en dito gelegenheidskapsels. Niet voor niets vragen modeontwerpers haar bij wijlen voor een uitstapje naar de catwalk: Skin staat voor power en eigenzinnigheid.
Op het podium presenteert ze zich als een onstuimige rockchick met een tomeloze energie. Haar stem kan de gevoeligste ballads aan, maar het liefst slingert ze haar teksten schreeuwend de wereld in. Niet de meest zachte, vriendelijke, vrolijke vrouw, zo lijkt het op het eerste gezicht. Maar voor me op de bank zit komt ze bedachtzaam, sympathiek en opgewekt over. Haar stem is hoog en klein, ze kijkt aandachtig; de benen keurig over elkaar gevouwen, haar handen rustig tegen haar buik.
Acht jaar lang is het stil geweest rond Skunk Anansie, maar sinds 2009 speelt de band weer samen. De nieuwste vrucht van die hernieuwde samenwerking ligt vanaf 23 september 2013 in de winkels en heet ‘An acoustic Skunk Anansie – Live in London’. Het is de eerste akoestische cd van de band én hun eerste officieel uitgebrachte live-opname.
Waarom een akoestisch live-album?
Skin: ‘Het idee ontstond toen we op een muziekfestival in Zwitserland voor het eerst een akoestisch optreden gaven. We vonden het zonde om niets méér te doen met al die liedjes die we speciaal voor dit concert hadden herschreven. We wilden ook al heel lang een live-cd maken, maar vonden de opnamekwaliteit nooit goed genoeg. Toen hebben we maar besloten om beide wensen te combineren en er één heel bijzondere akoestische live-opname van te maken.’
Hoe was het om als rockzangeres zo klein en verstild te moeten zingen?
‘Het was interessant om eens zo kwetsbaar en open te zijn op het podium en om mijn stem zo unclouded en helder te horen. Maar het was ook enorm confronterend: het ging nu echt om mijn stem. Normaal geef ik op het podium een performance weg, maar dat kon nu niet. Lachend: ik had hakken aan, no way dat ik over dat podium had kunnen rennen zoals ik dat normaal doe. Ik was echt nerveus en in de weken voorafgaand aan de show ineens heel onzeker over mijn stem. Ik dacht: ‘Ik ben een rockzangeres, niemand gaat die andere sound mooi vinden’. Maar het is goed gegaan en ik ben zeer tevreden met het eindresultaat!’
‘An acoustic Skunk Anansie’ is het derde album na jullie comeback in 2009. Hoe is jullie muziek veranderd?
‘In de acht jaar dat we uit elkaar waren, zijn we allemaal muziek blijven maken in andere formaties en dus heeft ieder van ons zich op een verschillende manier muzikaal doorontwikkeld. Toen we weer samen kwamen brachten we allemaal andere, nieuwe invloeden mee. Ik denk dat Skunk Anansie nu in het algemeen iets steviger en meer elektronisch klinkt dan in de jaren ’90. Meer melodisch, ook. In onze oudere albums klinken meer bluesy, ‘Jimi Hendrixy’, funky.’
Kun je de Skunk Anansie-sound beschrijven?
Zuchtend: ‘Pfff, nee. Dat vind ik net zo moeilijk als vragen ‘beschrijf je zelf eens’. Het is gewoon de sound van vier individuele mensen ‘klicked together’. Mark komt uit de jaren ’80 van de ‘Hairspray Rock’ en houdt van popmuziek. Ace houdt van metal en Cas heeft meer met funk, drum ‘n bass, reggae. Ik ben dan de pop-Indie chick: ik hou van house, van elektronisch, van popmuziek. Als je dat allemaal bij elkaar gooit krijg je een soort van mix tussen Led Zeppelin, Blak Sabath, Parliament Funkadelic en Blondie.’
Ik zou zeggen: de typische Skunk Anansie-sound is de onvoorspelbaarheid van de nummers en van de beweging van jouw stem. Die klinkt soms hard en agressief en op het volgende moment juist zacht en breekbaar.
Bedachtzaam: ‘Ja, we hebben twee voordelen: de eerste is dat ik in verschillende toonladders kan zingen. Daarom klinken onze liedjes niet allemaal hetzelfde. Dat is een verschil met bijvoorbeeld Oasis, Liam’s Gallagher stem is prachtig maar hij zingt alle liedjes in dezelfde toonladder. Het tweede voordeel is inderdaad dat ik kan heel hard en zwaar kan zingen maar heel verstild. Die twee dingen geven een band een behoorlijke sculp. We kunnen veel kanten op omdat ik hard, zacht, hoog en laag kan zingen.’
Waar liggen eigenlijk jouw eigen muzikale roots? Wie hebben jou als beginnende muzikant geïnspireerd?
‘Ik ben begonnen met jazz, maar ik heb altijd van veel verschillende soorten muziek gehouden. Ik hou van tijdloze muziek die je als luisteraar voor langere tijd weet te raken. Als kind had ik dat met Michael Jackson, later met Stevie Wonder, de jonge Nina Simone, Sarah Vaughn, David Bowie, Prince. Die hebben allemaal muziek gemaakt die je veertig jaar later nog kan draaien. Bob Dylan, nog zo’n artiest. Je kunt steeds weer nieuwe dingen uit zijn muziek en zijn teksten halen, hoe lang je ook luistert en hoe oud je ook bent.’
Is dat ook de ambitie van Skunk Anansie? Om tijdloze muziek te maken?
‘Ja. Als band wil je dat men over je muziek blijft praten. Je kunt popmuziek maken, veel albums verkopen en rijk worden. Of je wilt mensen echt kunnen raken. Ik wil dat mensen na een concert van Skunk weggaan en zich beter voelen. Dat ze er iets uit hebben kunnen gooien. Dat de muziek ze voor langere tijd geraakt heeft. Mij gebeurde dat voor het eerst als kind tijdens een uitvoering van MacBeth. De hoofdrol werd gespeeld door Judi Dench en ik herinner me dat zij een schreeuw een minuut lang aanhield. Dat was het meest inspirerende moment uit mijn hele schooltijd.’
Jullie hebben inmiddels een aardige staat van dienst. Wat kunnen jullie als band nog bereiken?
Resoluut: ‘Nog heel veel! In Engeland zijn we eigenlijk nog steeds een underground bandje. Het voelt soms alsof bands die half zo goed zijn als wij veel meer media-aandacht krijgen. Een band als Blur bijvoorbeeld. We zijn wel groot in die zin dat onze concerten uitverkocht zijn en onze cd’s goed verkopen, maar de media heeft ons altijd gehaat en radiostations draaien ons niet veel. Dus nee, we zijn absoluut geen grote mainstream band in de UK. Not at all.’
Dat verbaast me, want in Nederland zijn jullie sinds de jaren ’90 altijd populair geweest.
‘Dat weet ik. En dat is heel leuk om te horen voor ons. Ik weet dat we het ook in andere Europese landen zoals Zwitserland en Italië heel erg goed doen.’
Waar ligt het dan aan dat Engeland daarin achterblijft? Komt dat door de soms heftige muziek die jullie maken?
‘Om heel eerlijk te zijn denk ik niet dat het daar aan ligt. Engeland is conservatief. Een stuk conservatiever dan mensen zich willen realiseren. Een donkere meid als frontvrouw van een stevige rockband: dat is niet cool in Engeland. Zo’n band krijgt gewoon geen support. Daarom bestaat er ook maar één van die het volhoudt.’
Zie jij jezelf desondanks als rolmodel?
‘Nee, ik hou niet van het woord rolmodel. Het doet me denken aan perfecte mensen, maar het bestaan daarvan vind ik niet realistisch.’ We hebben er een liedje over geschreven: I believed in you as well. De tekst gaat over hoe we met z’n allen mensen naar een voetstuk schieten die er net zo snel weer van afdonderen. Ik mezelf meer als anti-rolmodel, in die rol wil ik mensen inspireren om andere keuzes te maken dan per se de meest voor de hand liggende.’
Wat zou je willen zeggen tegen jonge lesbische meiden die worstelen met hun seksuele identiteit?
‘Ik zou zeggen: zeker als je nog jong bent, hou het even voor jezelf totdat je je sterk genoeg voelt voor je coming out. Wen even aan het idee, lees er eens wat over, bereid je voor op de reacties. Als je het dan voor jezelf geaccepteerd hebt en je je wat zekerder voelt, dan kun je het gaan vertellen. Doe het niet omdat ‘de scene’ voorschrijft dat je zo snel mogelijk uit de kast moet komen. Kies je eigen moment, het is jouw proces.’
Het Britse parlement stemde onlangs in met het homohuwelijk. In Frankrijk is het eerst homohuwelijk afgelopen mei gesloten. Hoe kijk jij naar deze ontwikkeling?
Ik zeg: ‘we’re gay, we’re proud, get used to it’. Over tien jaar kunnen we overal trouwen, op een maar homofobe plekken na dan. Je voelt dat de bal ‘half way down the hill is’. Toen ik uit de kast kwam, waren we de bal voorzichtig over de heuvel aan het duwen. Nu zijn we halverwege de heuvel. Its gonna happen.